PARAMARIBO – Het ABCS-voetbaltoernooi tussen Aruba, Bonaire, Curaçao en Suriname zal tussen 12 en 14 februari plaatsvinden. Curaçao, wiens voetbalbond – Federashon Futbol Korsou – in 2021 honderd jaar bestaat, treedt als gastheer op.
Het werkelijk voortgang vinden van het evenement hangt af van de ontwikkelingen rond de coronapandemie. Echter, dat maakt bondscoach Dean Gorré niet minder enthousiast. “Het is een mooi meetmoment”, blikt hij vooruit. De nationale trainer gelooft dat het toernooi de Surinaamse internationals het nodige wedstrijdritme kan geven dat zij sinds maart ontberen.
Aanvankelijk was er voor zondag een oefeninterland tegen Guyana gepland. Deze ontmoeting zou het debuut betekenen van spelers uit de diaspora, die aan de nationale selectie zijn toegevoegd. Echter, Guyana zag twee weken geleden af van de oefenpot, omdat vanwege Covid-19 er geen gebruik zou kunnen worden gemaakt van de internationals die voornamelijk in Engeland actief zijn.
Gorré wilde vervolgens een trainingskamp opzetten, maar ook dat kon geen voortgang vinden. Het zou namelijk moeilijk zijn om alle spelers in Suriname te krijgen. Voor de oefenmeester is daarom van belang dat tijdens het ABCS-toernooi de spelers uit Suriname zich bewijzen met het oog op een plek in de eindselectie in aanloop naar de WK-kwalificatiewedstrijden van maart volgend jaar tegen de Kaaimaneilanden (thuis) en Aruba (uit). De bondstrainer benadrukt dat de beste spelers zullen worden geselecteerd om samen met de jongens uit Europa een sterk team te vormen.
John Krishnadath, voorzitter van de Surinaamse Voetbalbond, deelt de Ware Tijd mee dat hij vorige maand door Curaçao is benaderd voor deelname. Hij legt uit dat er ruim twee jaar geleden al afspraken met de gastheer waren gemaakt voor de organisatie hoewel eigenlijk Aruba de organisator had moeten zijn. Traditioneel organiseren de landen beurtelings het toernooi. Naar verluidt was afgesproken dat Sint Maarten erbij zou worden gehaald. Echter, op basis van de informatie die hij nu heeft, denkt Krishnadath niet dat dat het geval zal zijn.
Het toernooi valt buiten de Fifa-periode voor interlandwedstrijden wat betekent dat de vier landen uitsluitend gebruik kunnen maken van hun locals. Daar maakt Krishnadath zich minder zorgen over. Voor hem is belangrijker dat er kan worden gespeeld. “Als het door gaat doen wij in ieder geval mee. Ik hoop dat het weer een zekere regelmaat krijgt.” De laatste editie dateert van 2015 waarbij Suriname in eigen land met de eer streek.
Waar de voetbalcompetitie in Suriname al acht maanden stilligt, rolt de bal op Curaçao sinds augustus, waarbij er zelfs met publiek werd gespeeld. Na een stijging van het aantal coronagevallen werd de competitie voor één week op slot gezet en vervolgens hervat zonder publiek. “Zij houden rekening met Covid-19 en hebben hun voetbalcompetitie daarop afgesteld”, aldus Krishnadath. In Suriname kan er nog geen aanvang worden gemaakt met het seizoen, aangezien de overheid daartoe nog geen toestemming heeft gegeven.
Hij erkent dat Suriname daardoor inboet aan wedstrijdritme in vergelijking met onder meer Curaçao. “Dat is sowieso een nadeel, maar het wordt een oefentoernooi dat wij gaan gebruiken om wedstrijdritme op te doen”, zegt Gorré. Krishnadath geeft aan dat elke delegatie uit 24 man, inclusief één Fifa-scheidsrechter, mag bestaan. De spelers van de nationale selectie moeten twee dagen vóór vertrek een bewijs overleggen dat zij negatief op Covid-19 zijn getest.
Dwtonline.com
