Sinds de landstitel binnen is, lijkt Bayern München het wel te geloven wat de Bundesliga betreft. De anders zo ongenaakbare ploeg van coach Pep Guardiola ging zaterdag in de eigen Allianz Arena kansloos onderuit in de topper tegen Borussia Dortmund: 0-3.
Sinds Bayern zich op 25 maart met een uitzege op Hertha BSC verzekerde van titelprolongatie won het niet meer in de Duitse competitie. Tegen Hoffenheim werd het 3-3 en vorige week maakte FC Augsburg een einde aan de ongeslagen reeks van Bayern, die meer dan vijftig wedstrijden duurde. Wel bereikte der Rekordmeister deze week ten koste van Manchester United de halve finales van de Champions League, waarin Real Madrid later deze maand de tegenstander is.
Real Madrid schaarde zich bij de laatste vier van het miljoenenbal, door Dortmund over twee duels met 3-2 te verslaan. Na een 3-0 zege in Madrid werd dinsdag met 2-0 verloren in Duitsland. Real kwam daar goed weg, omdat Dortmund diverse mogelijkheden op een derde treffer – en dus verlenging – kreeg.
Met name Henrikh Mkhitaryan was een aantal keer dichtbij. De Armeniër had zijn vizier echter niet scherp genoeg afgesteld. In München was hij slagvaardiger. In de twintigste minuut opende hij de score, na een mooi passje van Marco Reus. Dezelfde Reus zorgde vlak na rust uit een perfect uitgevoerde counter zelf voor de 0-2. Jonas Hofmann maakte in de 55ste minuut de afstraffing voor het povere Bayern compleet: 0-3. De thuisclub, waar Arjen Robben een basisplaats had, eindigde het duel ook nog eens met tien man. Rafinha kreeg in blessuretijd rood.
Door de afgetekende zege hoeft Dortmund de tweede plaats in de Bundesliga niet meer te delen met aartsrivaal Schalke 04, dat vrijdag ondanks een gemiste strafschop van Klaas-Jan Huntelaar met 2-0 won van Eintracht Frankfurt. Dortmund heeft 61 punten, Schalke 58. Bayern staat met 78 punten bovenaan.
AD.nl