Bayern München moet dinsdag een 1-0-achterstand wegwerken tegen Real Madrid om voor de derde keer op rij de finale te bereiken van de Champions League. De Duitsers hadden vorige week 64 procent balbezit in het Madrileense stadion Santiago Bernabéu, maar tot kansen leidde dat amper.
Zaterdag liet Bayern tegen Werder Bremen zien het scoren niet verleerd te zijn. De Duitse recordkampioen won eenvoudig met 5-2. Arjen Robben was na afloop dan ook goed te spreken over die zege. ‘We hebben vijf keer gescoord met veel beweging en waren dominant.’ Zelf begon de aanvaller van het Nederlands elftal op de bank en kwam pas na 72 minuten in het veld. De vleugelspeler had vervolgens maar 2 minuten nodig om het net te vinden.
Vandaag op de persconferentie zei de 30-jarige Groninger dat de Duitse bekerfinalist weinig gaat veranderen ten opzichte van de eerste wedstrijd: ‘Madrid is erg sterk op de counter, maar we houden vast aan onze tactiek met veel balbezit.’ Coach Pep Guardiola voegde daaraan toe dat zijn elftal weinig keuze heeft. ‘Wij staan met 1-0 achter, maar er is nog niets beslist. We zullen meer dan één doelpunt moeten maken.’ Ook verklaarde de Spanjaard zijn tactische keuzes. ‘Ik houd ervan om de bal te hebben. Ik ben zo opgeleid en ik denk dat je daarmee laat zien dat je de baas op het veld bent. Het is niet mijn idee van voetbal om met acht man te gaan verdedigen.’
Dat de Duitse landskampioen een lastige avond tegemoet gaat, lijkt zeker. Real Madrid is de meest productieve ploeg in de Champions League en heeft met Cristiano Ronaldo bovendien de topscorer van het miljoenenbal in huis. Zaterdag hadden de Madrilenen op eigen veld in ieder geval weinig moeite met Osasuna dat met 4-0 opzij werd gezet. De Portugese doelpuntenmachine scoorde twee keer. ‘Ik heb enorm veel vertrouwen in mijn spelers’, zei Real-coach Carlo Ancelotti. ‘Als Bale, Benzema en Ronaldo kunnen spelen, dan zullen we alles doen om te scoren. Ook al is 0-0 voldoende voor ons.’
AD.nl