Suriname zit officieel al een maand zonder bondscoach, nadat de Surinaamse Voetbalbond (SVB) het contract van Aron Winter niet verlengde vanwege tegenvallende resultaten in zijn korte periode (ruim negen maanden) in de functie. De vraag is wie wordt zijn opvolger. De Ware Tijd sprak met enkele mensen die allen affiniteit hebben met sport. Daaruit blijkt dat de SVB voor de functie van bondscoach de blik ook zou moeten richten op trainers in eigen land.
Intussen heeft de loting voor kwalificatiewedstrijden voor het Fifa Wereldkampioenschap van 2026 plaatsgevonden. Suriname zit in groep F met El Salvador, Puerto Rico, Saint Vincent en de Grenadines en de winnaar van de play-offwedstrijd tussen Anguilla en Turks en Caicos. Gezien de situatie in het Surinaamse voetbal heeft de nationale voetbalselectie nog een lange weg te gaan wil het op het eindtoernooi aanwezig zijn in 2026. Elke dag langer wachten met de voorbereiding is een verloren dag.
Iwan Tseng (sportjournalist Radio Apintie):
“Voor mij is op dit moment Roberto Gödeken de man en hij moet zijn assistenten kiezen. Als hij niet beschikbaar is, is een tijdelijk collectief van Surinaamse trainers een optie. De SVB heeft het geld niet om een buitenlandse topcoach te betalen. Indien de taal een barrière zou vormen, kies ik voor een trainer uit Nederland of België die hier komt wonen als het betaalbaar is.”
Tseng vindt wel dat een Surinaamse bondstrainer niet langer financieel ondergewaardeerd moet worden. Die moet veel beter worden betaald, in vreemde valuta, net als is gebeurd met de laatste drie Surinaams-Nederlandse bondscoaches.
“Zijn er alle mogelijkheden in huis om een buitenlandse trainer zijn werk zo goed mogelijk te laten doen”
Ray Wimpel
Aniel Ghisaidoobe (voorzitter stichting Schoolsportfederatie Suriname):
“Suriname heeft een Surinaamse bondscoach nodig die op basis van een realistische visie kan werken aan de ontwikkeling van ons voetbal. Daarnaast moet een technische adviesgroep onder leiding van de technisch directeur van de SVB worden gevormd die de coach bij de planning en uitvoering ondersteunt.” Deze groep moet volgens Ghisaidobee uit jong en oud bestaan. De SVB is volgens hem niet ready voor een buitenlandse bondscoach. Geld wordt uitgegeven, maar het rendement is nihil. De bondscoach zou fulltime in dienst moeten zijn voor minimaal vier jaar.
Ray Wimpel (oud-sportjournalist):
Bij het selecteren van een bondscoach moet volgens Wimpel de SVB niet over één nacht ijs gaan. “Wij moeten het besluit over een bondscoach in eenheid nemen, vrij van emoties, haat, wrok en etniciteit”, zegt hij stellig. Hij wijst erop dat in het verleden de Nederlanders Arie de Vroet en Rob Groener bondscoach zijn geweest en ook een Braziliaan, evenzo Surinamers. “Belangrijk is de vraag of er voldoende budget voor een buitenlandse trainer en zijn staf is. Zijn er alle mogelijkheden in huis om een buitenlandse trainer zijn werk zo goed mogelijk te laten doen?”
Wimpel benadrukt dat een goede voetballer nog geen goede trainer hoeft te zijn en verwijst naar onder anderen Marco van Basten als ex-international van Oranje. “Trainer zijn is een vak.”
Orfeo Brondenstein (Jeugdtrainer SVB):
“We hebben het de laatste jaren gedaan met diaspora trainers, maar er ontbreekt één belangrijk element. Er is niet genoeg vechtlust en werklust onder de spelers. Ze knokken bij balverlies niet hard genoeg om de bal te veroveren. Wedstrijden waarin wij ‘gewonnen staan’, worden uit handen gegeven. Een Zuid-Amerikaanse trainer moet de kans krijgen zich te bewijzen. Die lui weten wat hard werken is en hebben geen vedette mentaliteit. Dat is wat Natio nodig heeft.”

Ashok Bainath Sah (ex-competitiemanager SVB en voetbalstatisticus):
“Roberto Gödeken heeft bewezen dat hij top is”, zegt Bainath Sah verwijzend naar de prestaties van Robinhood, waar Gödeken de hoofdtrainer is. “Dean Gorré was ook top, maar zijn contract is niet verlengd. Na hem kwam Stanley Menzo en vervolgens Winter. Menzo is zelf gestopt en Winter zijn contract is niet verlengd. Suriname kan een buitenlander gebruiken die onze taal spreekt en bereid is langere tijd in Suriname te wonen.”
Desney Romeo (Sportjournalist Radio ABC TV):
“Succes hangt af van de spelers die de coach ter beschikking heeft. Momenteel is de selectie binnen de Concacaf niet één van de sterkste. Per 31 januari staat Suriname op de zeventiende plaats in de regio.” De vraag is volgens Romeo of deze plek het plafond is, gezien de spelers die ter beschikking zijn. “Ik denk dat het resultaat niet veel zal veranderen, ongeacht of er nu een Europeaan of Zuid-Amerikaan de leiding van Natio heeft. Het meest belangrijke is dat zolang er geen plan wordt uitgewerkt hoe het lokale voetbal te ontwikkelen, wij achter de feiten zullen blijven aanhollen.”
“Suriname kan een buitenlander gebruiken die onze taal spreekt en bereid is langere tijd in het land te wonen”
Ashok Bainath Sah
Wat betreft de huidige invulling van de positie ziet Romeo Stanley Menzo als beste man. “Hij kent de organisatie en de spelers en de draad weer oppakken zou voor hem geen probleem hoeven te zijn.” Overigens, Romeo vraagt zich af, indien er geen kwalitatieve aanvulling van spelers plaats heeft – lokaal of diaspora – of het realistisch is om te denken dat Suriname zich voor het WK over twee jaar kan plaatsen.
Roy Vanenburg (oud-speler):
Een buitenlandse trainer kan volgens Roy Vanenburg worden toegevoegd aan een Surinaams trainerscollectief. “Ik heb zelf enkele keren gesolliciteerd, maar ben steeds afgewezen, terwijl ik over competenties beschik om bondscoach te worden. Mijn successen bij Transvaal en Robinhood liggen daar. Concacaf-kampioen kan aan mijn lijstje worden toegevoegd. Ook in Nederland heb ik mijn sporen verdiend. Ik zou de uitdaging willen aangaan om samen met Roberto Gödeken Natio naar grote hoogten te tillen.” In dit verband verwijst hij naar de succesvolle samenwerking tussen Frank Rijkaard en Henk Ten Cate bij Barcelona.
Winston Morman (voorzitter Vereniging van Voetbaloefenmeesters in Suriname):
“Het maakt voor mij niet uit waar de coach vandaan komt, als die maar een goede is. Het beleid rond Natio moet volledig worden omgebogen dan kunnen wij verder gaan en omzien naar een bondscoach die met de technisch directeur een meerjarenplan (minimaal tien jaar) moet uitzetten. Het mag geen show- of fantasieproject zijn en men moet vooral niet met de gedachte rondlopen dat wij ons gemakkelijk kunnen plaatsen voor het WK.”
dwtonline.com