FC Barcelona en andere Catalaanse clubs zullen niet meer in de Primera Division mogen uitkomen in het geval Catalonië onafhankelijk wordt. Dat herhaalde de voorzitter van de Spaanse profliga, Javier Tebas, maandag naar aanleiding van de aankomende regionale verkiezingen in Catalonië. Tebas legde op de Spaanse publieke tv-zender TVE uit dat de wetgeving in Spanje op dit moment niet toestaat dat clubs uit ‘vreemde staten’ deelnemen aan het Spaanse voetbal, met als uitzondering de clubs uit Andorra.
Dit liet Tebas vorig jaar ook al weten in een radiointerview. ,,Voor een wetswijziging is een stemming in het Spaanse parlement nodig. En het valt af te wachten of de betrokkenen hun akkoord zullen geven.” Voor FC Barcelona zouden de gevolgen niet te overzien zijn. De regerend landskampioen en Champions League-winnaar is behalve in het voetbal ook actief in het basketbal, handbal en futsal. Verder spelen ook de Catalaanse clubs Espanyol (Primera Division), Girona, Llagostera en Gimnastic Tarragona (Segunda Division) profvoetbal in Spanje.
Catalonië versus Madrid
Catalonië is sinds 2012 in een groot conflict beland met de regering in Madrid omtrent de onafhankelijkheid. De Catalanen willen een (bindend) referendum organiseren. Dat staat Madrid vooralsnog niet toe, maar voorstanders van de onafhankelijkheid zien de regionale verkiezingen van komende zondag wel als een lakmoesproef. De uitslag zal duidelijk maken of de bevolking voor of tegen een eventuele afscheiding is. In november vorig jaar koos 80 procent van de deelnemers aan een niet-bindend en symbolisch referendum voor de onafhankelijkheid van Catalonië.
In de marge van de nationale competitie namen FC Barcelona en Espanyol de afgelopen jaren al deel aan de zogenaamde Catalaanse beker. Die wordt beschouwd als een erfgenaam van het ter ziele gegane Catalaanse kampioenschap dat tot het einde van de jaren ’30 werd georganiseerd. In oktober 2014 speelden de twee clubs ook de eerste editie van de Catalaanse Supercup.
