Column : Respect voor Mourinho

Na Manchester United–Chelsea (1-1) wezen de vingertjes uit opinieland-Nederland weer naar José Mourinho. De coach van Chelsea had volgens ons puristenleger voor de zoveelste keer laten zien dat hij een negatieve, destructieve spelopvatting heeft.

De misdaad die Mourinho dit keer had begaan: hij verzuimde om zijn oude meester Louis van Gaal de genadeklap te geven. De Portugees waagde het om na een 0-1 stand spelers te wisselen en zijn team te laten inzakken.

Er stonden teveel fysiek sterke, geharde resultaatvoetballers met loopvermogen op het veld en te weinig huppelende raspaardjes. Dat vinden wij maar niks. Net goed dus dat onze bloedeigen aanvoerder meneertje Mourinho in blessuretijd hoogstpersoonlijk zijn verdiende loon van de angst had gegeven.

Ik zou me drukker maken om Robin van Persie zelf, die na de 1-1 zijn shirt uittrok en daardoor tegen een domme, gele kaart opliep. Niet voor het eerst viel het politiek correcte maskertje onder hoogspanning van zijn gezicht, het is geen toeval meer dat ons eigen raspaard zich op 31-jarige leeftijd blijft vergalopperen als er druk op de ketel staat. Uitmuntende bijnaam trouwens, die ze in Engeland voor hem hebben verzonnen: ‘Captain Stupid’.

Nare man

Liever maken we ons druk om Mourinho, iemand die ons niet eens hoort omdat de afstand tussen het internationale voetbal en de eredivisie inmiddels twee lichtjaren behelst. En hád hij Nederlandse stemmen gehoord, dan had hij waarschijnlijk zijn schouders opgehaald. 1-1 bij Manchester United, koppositie Premier League, zes punten voor op City, negen op Arsenal, negen op Liverpool en tien op United zijn eerder redenen voor een feestje dan een bedrukt gezicht, ‘The Special One’ ligt op koers voor alweer zijn achtste landstitel.

Kennelijk halen wij onze neus op voor de landstitels (en twee Champions Leagues, één UEFA Cup, vier nationale bekers en vier nationale Supercups) die hij won met FC Porto, Chelsea, Internazionale en Real Madrid. Lekker eigenwijs trekken wij Mourinho’s integriteit in twijfel als hij zijn arm slaat om talenten Marco van Ginkel en Nathan Aké terwijl hij zegt: ‘Als ze hun best doen, krijgen ze kansen.’ Kansen die ze inderdaad kregen, maar daar hebben we het niet meer over.

Liever slepen we Mourinho er aan zijn haren bij tijdens analyses van Real Madrid–FC Barcelona (3-1) om hem te kunnen wegzetten als afbraakcoach. Een verádeming was het om dit Real te zien spelen, gewéldig om te zien dat die nare man daar niet meer zit. Leve Carlo Ancelotti, de prachtcoach die de verloren Mourinho-jaren inhaalt!

Het was echter Mourinho die Madrid zijn aanzien en zelfvertrouwen teruggaf in een periode dat de vernedering van de superieure, blauwpaarse aartsvijand onverdraaglijk werd voor de ‘Koninklijke’. Het buitenaardse voetbal van de Catalanen leek grenzeloos tot Mourinho bijna letterlijk de hegemonie doorbrak. Op zijn bekende manier, het kon niet anders, ongenaakbaarheid laat zich namelijk niet vatten met fluwelen handschoenen.

Speeltuinvoetbal

Zuigend, stokend en provocerend Pepe-te Mourinho zijn spelers voor de bekerfinale in 2011 op, met als gevolg een gemene confrontatie waarin bakken grof zand in de motortjes van Messi, Xavi en Iniesta werden gestort. Hier spraken we er schande van, in Spanje roemden ze Mourinho’s ‘Plan Perfecto’ waardoor Real 1-0 maakte in de verlenging en zo de beker won. Een zege waardoor Barcelona zich niet meer onaantastbaar waande en Real zichzelf weer even was. Toen Mourinho Madrid in 2012 nog kampioen maakte ook, was het fundament voor het herstel van de krachtsverhoudingen definitief gelegd.

Om zaken in perspectief te plaatsen, hebben we in Nederland vaak een buitenlander nodig, iemand die niet zo naar ons naveltje staart. In de jaren tachtig bedacht Brian Clough de term ‘Mickey Mouse competitie’, Kenneth Perez stak de eredivisie afgelopen weekeinde in een nieuw jasje toen hij na El Clásico het vrijblijvende geploeter van Ajax en Go Ahead Eagles treffend omschreef als ‘Speeltuinvoetbal’.

Dat is wat we zijn: een speeltuinvoetballand. Een land waar mensen geloven in sprookjes (‘De eigen talenten brengen Ajax ooit terug aan de Europese top’), waarin Frank de Boer wordt gezien als verlosser en José Mourinho als antichrist. Een land waarin iedereen kind mag blijven. We worden slechts opgemerkt door volwassenen als er een begenadigd ventje tussen loopt. Waartegen iemand als Mourinho dan zegt: ‘Come with me. Time to grow up.’

Door: NU.nl

Share article

Latest articles