Zomaar ineens figureer je erin, tijdens een nuffig oefenpotje tegen Standard: Theater Matchfixing. Niet doen hoor, zegt de KNVB.
Het moet een merkwaardige sensatie zijn. Je heet Dwight Lodeweges (wat me op zichzelf al heel apart lijkt), je zit een beetje te gapen in je dug-out, kijkend hoe je ploeg (Heerenveen) het eraf brengt in een oefenpotje tegen Standard en dan, na een ingetogen eerste helft (0-0), begint de arbiter van dienst plotseling als een maniak met gele kaarten en strafschoppen te strooien.
Eerst denk je: kom op nou, rare gek, met je pingels en je kaarten, doe effe normaal, wat hebben ze in de rust in jouw bakkie thee gedaan? Even later denk je: wéér een strafschop, zomaar uit het niets, het wordt nu echt vreemd.
En nóg iets later denk je: ja hoor, dat is vier…wacht: keeper stopt ‘m en dus laat hij ‘m overnemen?? Oké, je kunt mij nog meer vertellen. Dit deugt niet.
En vervolgens heb je niet meer zo veel gelegenheid om er verder over na te denken, want je moet je bezig gaan houden met je spelers, die na het besluit om de vierde, gemiste strafschop te laten overnemen, besloten hebben om van het veld te stappen.
Zo voelt dat dus: je langzaam maar zeker realiseren dat je in het magische theater van het ‘matchfixen’ bent beland.
Knipoog
Je wist natuurlijk al langer dat je je, in de speurtocht naar matchfixing, niet blind moet staren op Champions League- en andere topwedstrijden. Daar zou het veel te veel opvallen. Vraag maar aan Dinamo Zagreb. Je kunt, als je het overeengekomen staaltje prutswerk hebt geleverd, niet eens even een knipoog aan de tegenstander geven. Dat loopt in de Champions League meteen in de gaten.
Nee, syndicaten en belchinezen laten liever vreemde dingen plaatsvinden tijdens onbelangrijke, kleine wedstrijden. Lagere divisies. Oefenpotjes. Op dat niveau is men sneller geneigd mee te werken in ruil voor wat centjes – en valt gestuntel in het algemeen minder op.
Dat wist je allemaal heus wel. Maar toch: als het je dan ineens overkomt, zomaar ineens, tijdens een suf vriendschappelijk partijtje in januari, dan sta je toch vreemd te kijken.
Laten we de naam van de met fluit bewapende penaltykoning even noemen: Raúl Nicolas Espejo. Je moet tegenwoordig oppassen met ongeveer alles wat ook maar lijkt op generalisatie, maar ik vind het een schitterende naam voor een corrupte scheidsrechter. Passender dan Lars-Åge Kristensen of iets dergelijks.
Als in een thriller over voetbal een scheidsrechter opduikt die Raúl Nicolas Espejo heet, dan weet je wat er komt: vanaf dat moment wordt het gerommel. (Het staat u natuurlijk vrij om nu aangifte tegen mij te doen wegens discriminatie).
Eigen taal
Donderdag liet de KNVB weten niet aan de integriteit van Heerenveen te twijfelen, maar de club heeft wel ‘onnodige risico’s genomen’ en zou er goed aan doen om voortaan ‘beter te kijken met wie men zaken doet’.
Wat er precies naïef en onnodig riskant aan is om in de winterstop een oefenduel met Standard Luik te beleggen, dat moet de KNVB nog maar eens rustig uitleggen.
Dezelfde boodschap ging uit naar ADO Den Haag, dat tegen een Albanese club een oefenduel speelde dat achteraf het predicaat ‘verdacht’ kreeg opgeplakt. Het is wat dat betreft wel handig dat ADO Den Haag belchinezen voortaan in hun eigen taal kan vragen of ze wel te vertrouwen zijn.
Of de mensen van Heerenveen en ADO eventuele onraad voortaan even van tevoren in de lucht willen ruiken, ja? Dat scheelt een hoop gedoe, namelijk. Helder? Verder nog vragen? Dank u.
Door: NU.nl