Cristiano Ronaldo scoorde sinds zijn komst naar Real Madrid – in de zomer van 2009 – in bijna alle Spaanse stadions waar hij met De Koninklijke aantrad. De enige twee voetbaltempels waar de Portugees nog droog staat in La Liga, zijn Anoeta (de thuishaven van Real Sociedad) en Estádio de Riazor, het stadion van Deportivo.
Zaterdagmiddag staat Cristiano Ronaldo met Real voor de derde keer in het Riazor. Bij zijn twee eerdere bezoekjes kon de aanvaller zijn karakteristieke manier van juichen niet laten zien. In het seizoen 2010/11 speelde Real er doelpuntloos gelijk en twee seizoenen later won de club er met 2-1. In dat duel bereidde Cristiano Ronaldo wel één van de twee Madrileense doelpunten voor.
Inclusief het eigen Estadio Bernabéu kwam Cristiano Ronaldo tot dusverre in 27 van de 29 stadions waarin hij in competitieverband speelde minimaal één keer tot scoren. Op eigen veld was de Portugees al 104 keer trefzeker in 84 duels in La Liga (met 33 assists). Buiten de poorten van Bernabéu staat de teller na 83 competitiewedstrijden op 75 doelpunten en 25 assists.
Behalve het Bernabéu behoren het Estádio Ramón Sánchez Pizjuán (de thuishaven van Sevilla) en La Rosaleda (van Real Zaragoza) tot de meest favoriete stadions van Cristiano Ronaldo. De 29-jarige aanvaller maakte er respectievelijk acht en zes doelpunten.
vi.nl