Matthijs de Ligt moest om zijn eigen, alleszeggende verspreking lachen. „Dit was een kantelwedstrijd, want door een nederlaag hadden we er weer heel anders voor gestaan. Nu win je …”, beschreef hij onbewust perfect hoe het zwaarbevochten punt van woensdagavond bij Benfica (1-1) voor Ajax voelde.
„Met een gelijkspel hebben we een heel grote stap naar overwintering in de Champions League gezet. We zijn er heel dichtbij, maar we zijn er nog niet. Dus kunnen we ook nog niet feesten of juichen.”
De Ligt wil de klus op 27 november in Athene klaren. Plaatsing voor de knock-outfase is het eerste doel. Als dat lukt, droomt hij verder. „Winnen wij van AEK, dan komen we op elf punten. En verslaat Bayern Benfica, dan hebben zij er dertien. In dat geval kunnen we de laatste wedstrijd, thuis tegen Bayern München, vol voor de groepswinst gaan. Waarom zou dat niet kunnen?”
’Verrassen onszelf’
Het geeft aan, zo beseft ook De Ligt, hoe snel verwachtingen kunnen veranderen. „Na de koppeling aan Bayern München denk je toch dat de tweede plaats het hoogst haalbare is, maar ik denk dat we dit seizoen zelfs onszelf soms verrassen. Ik bedoel, acht punten na vier wedstrijden… Wie had dat gedacht? Dus we zijn goed bezig, moeten zó doorgaan en zorgen dat we er tegen AEK Athene weer staan.”
Dat Ajax echt een team is, is volgens de captain een deel van het Amsterdamse succes. „Dat is onze kracht. We strijden voor elkaar en als je ziet hoe we de laatste minuten voor elkaar vechten… Dat is echt heel belangrijk. Uiteindelijk trekken we het gelijkspel over de streep en dat voelt goed. De laatste keer dat Ajax door is gegaan in de Champions League was in 2005/’06. Dat zegt genoeg over het hoge niveau van dit toernooi. We zijn nu zó dichtbij, we moeten het gewoon halen.”
Telesport