„De bondscoach gaat niet naar Manchester om te zien hoe ik train. En ik speel niet veel, dus hij weet ook niet hoe het gaat”, erkent Depay, opgeroepen voor de duels met Wit-Rusland en Frankrijk na het wegvallen van Steven Berghuis én diens beoogde vervanger Jeremain Lens. „Weet je, ik zit goed in mijn vel. Maar ik moet spelen. Nu mensen me niet zien, denken ze misschien dat ik het verleerd ben. Dat is niet zo. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed gaat komen. Dat is goed voor mijn carrière, maar ook voor Oranje. Ik ben Nederlands elftal-waardig. Ik geloof dat ik hier mijn bijdrage kan leveren.”
Onder zijn oude trainer Louis van Gaal, die hem naar Manchester haalde, raakte hij zijn basisplaats kwijt. Tijdens de gewonnen FA Cup-finale tegen Crystal Palace behoorde Depay niet tot de wedstrijdselectie. Na een matige interland tegen Ierland verdween hij ook bij Oranje uit beeld. „In de zomer heb ik de knop omgezet. Control-Alt-Delete”, zegt hij in computertaal.
De relatie tussen Van Gaal en Depay, tijdens het WK van 2014 nog een gelukkig huwelijk, heeft duidelijk een deuk opgelopen. Veel liever praat de oud-PSV’er over zijn huidige vorm. „Op de trainingen gaat goed. Het level is hoger dan vorig seizoen. Ik ben beter dan ik bij PSV was, maar ik kan het nog niet laten zien op het veld. Ik voel me als een geladen wapen, moet alleen de trigger nog overhalen. Alleen gebeurt het niet. Dat is lastig. Ik ben klaar om te spelen. Er zitten ook spelers tussen die blij zijn dat ze bij een grote club zitten, maar ze spelen niet. Dat is niks voor mij. De kansen die ik krijg moet ik proberen te pakken, maar ik heb ze nog niet echt gekregen.”
De 24-voudig international vindt dat hij – in een nieuwe omgeving – volwassener is geworden. „Ik groei als persoon, kijk genoeg in de spiegel. Maar ik ben nog dezelfde Memphis als bij PSV, alleen dan beter. Ze kunnen in Engeland elke dag schrijven dat ik wel in een dure auto rijd, maar niet speel. Dat is dan één keer nieuws. Natuurlijk, ik heb een dure auto, maar ik heb er ook hard voor gewerkt. Ik blijf bij mijn eigen identiteit.”