De Formule 1 overweegt het aantal sprintraces te vergroten en te experimenteren met reversed grids. Hoe reageert de paddock op deze ideeën?
Dat Max Verstappen geen fan van sprintraces is, zal bekend zijn. De viervoudig wereldkampioen, die met twaalf stuks weliswaar de meeste sprintzeges heeft, zei eerder al dat hij er ‘geen voldoening’ uit haalt om ze te winnen. Maar er zijn meer coureurs die niet enthousiast worden van meer sprintraces. Esteban Ocon, bijvoorbeeld. De Haas-coureur wordt zelfs wat filosofisch als het onderwerp ter sprake komt.
“We leven tegenwoordig in een consumptiemaatschappij waarin we steeds meer willen, ook meer races”, begint Ocon zijn verhaal. “Wanneer we de serie Wednesday op Netflix kijken, dan willen we niet tien dagen wachten op het tweede deel van het seizoen. Maar als de serie is afgelopen, vergeten we het ook weer snel en gaan we door naar de volgende omdat er zoveel content is.”
“Voor sport geldt hetzelfde”, vervolgt Ocon. Hij trekt de vergelijking met zijn eigen jeugd. “Ik herinner me nog dat ik vroeger echt uitkeek naar de volgende race. Het wachten duurde lang, want de Grand Prix op zondag was het hoogtepunt van mijn week. Nu racen we al bijna elke week en een sprint erbij zorgt zeker voor meer content en meer kijkers, maar misschien is het wel te veel. Ik heb er niets op tegen om meer te racen. Ik zou altijd blij zijn om meer te racen, maar ik geef er de voorkeur aan dat er een soort verwachting is, een opbouw naar de Grand Prix toe, waardoor je er meer van geniet.”
“Veel meer actie in sprintweekenden”
Charles Leclerc sluit zich bij Ocon aan. “Mijn mening is dat het aantal sprintraces dat we nu hebben goed genoeg is. Ik zou er niet meer willen”, vertelt de Ferrari-coureur. Maar er klinken ook andere geluiden in de F1-paddock. Ook in 2026 zijn er zes sprintraces, maar de Formule 1 overweegt om dit aantal in het jaar daarop uit te breiden naar tien. Oscar Piastri vindt dat ‘niet per se een slecht idee’.
Lance Stroll reageert helemaal positief op het voorstel. “Ik hou van de sprintweekenden. Elke keer dat je in de auto stapt, is er iets om voor te vechten”, zegt de Canadees. Stroll doelt daarmee op het feit dat sprintweekenden meer competitieve sessies hebben, met slechts één vrije training in plaats van drie. “Het maakt de weekenden heel spannend voor de teams, voor de coureurs en voor de fans. Er is veel meer actie verspreid over de drie dagen.”
Ook Andrea Kimi Antonelli houdt wel van sprints. “Deze weekenden zijn best spannend”, reageert de Mercedes-coureur, die dit jaar de sprintpole veroverde in Miami. “Als coureur is het een uitdaging omdat je direct van de vrije training naar de kwalificatie gaat. Het is uitdagend om direct de limiet te moeten vinden en om uit te vinden hoeveel je kunt pushen. Dus het is gewoon leuk. Ik heb dit jaar echt genoten van de sprintweekenden – ik zou er in de toekomst zeker meer van willen hebben.”
“Reversed grids kunstmatig”
Waar de meningen over het toevoegen van meer sprintraces verdeeld zijn, geldt dat niet voor de gedachte om ‘reversed grids’ in te voeren. “Het is een slecht idee”, is Piastri duidelijk. “Vanuit sportief en competitief oogpunt is het laatste wat we willen dat beslissende resultaten voortkomen uit omgekeerde startgrids. In de Formule 2 en Formule 3 werkt het wel, want daar laat je zien waarom je een stoeltje in de Formule 1 verdient. Het is een manier om jezelf te tonen”, aldus Piastri, oud-kampioen in de Formule 3 (2020) en Formule 2 (2021).
“Ik vind dat behoorlijk kunstmatig”, vult Ocon aan over het omkeren van de startopstelling. “De Formule 1 moet puur racen blijven, zoals we dat als kinderen keken. Het moeten de snelste coureur en het sterkste team zijn die winnen. Omgekeerde startgrids geven misschien meer show, maar ze zijn kunstmatig.” Ook Leclerc vindt reversed grids niet bij het DNA van de Formule 1 passen, aangezien falen dan wordt beloond met een achterblijver op pole-position.
Bron: Motorsport
Foto: Getty Images