Formule 1-teams luiden noodklok

De Formule 1-teams Lotus, Sauber en Force India willen spoedoverleg over de toekomst van de koningsklasse van de autosport. In een uitgelekte brief aan Formule 1-baas Bernie Ecclestone schrijven ze dat ze “extremely unhappy” zijn en dat de Formule 1 wordt geleid door een kartel. “De rijken worden steeds rijker en de armen worden steeds armer.”

Het trio betwijfelt of de Formule 1-leiding de ernst van de situatie ziet. Dit weekend willen ze met alle partijen aan tafel, voor of na de laatste grand prix van het seizoen in Abu Dhabi. “Wij willen bezuinigen en de Formule 1 betaalbaarder maken om te overleven, maar de grote teams, de commerciële baas en F1-grootaandeelhouder CVC Capital niet. Zij willen nog meer verdienen.”

Met het kartel doelen Sauber, Lotus en Force India op Ecclestone, CVC en de vijf grote teams: Ferrari, Red Bull, Mercedes, McLaren en Williams. Die zogenoemde ‘F1 Strategy Group’ zou onder meer hebben besloten dat de Formule 1 dit seizoen met nieuwe, hybride V6-motoren moest gaan racen.

Splijtzwam

Die motoren blijken nu een splijtzwam: de kleine teams zijn grofweg tweederde van hun budget kwijt aan de nieuwe motoren. En de rest, schrijven ze, is niet genoeg om negentien races lang overeind te blijven. “Het is geen gezond business-model.” Ze willen daarom dat het geld in de miljoenenmachine, die de Formule 1 nog steeds is, eerlijker wordt verdeeld.

De brief aan Ecclestone is recent geschreven, na de grand prix van Brazilië vorig weekeinde. Aan die race deden net als in Austin, Texas – slechts negen teams mee. De achterhoedeteams Marussia (failliet) en Caterham (onder curatele) ontbraken wegens geldgebrek. Hun afwezigheid heeft de verhoudingen in de Formule 1 op scherp gezet. De middenmoters Lotus, Sauber en Force India vrezen de volgende slachtoffers te worden van wat zij omschrijven als “de oneerlijke verdeling van de geldstroom”.

Opmerkelijk is dat er in de brief wordt gestrooid met bedragen. Want over geld praten is taboe in de Formule 1. Het gemiddelde budget voor een Formule 1-seizoen zou circa 175 miljoen euro bedragen. Dat is goed te behappen voor grote teams als Ferrari, Red Bull en Mercedes, maar veel te prijzig voor de kleintjes die volgens de brief ‘slechts’ 40 à 50 miljoen euro per jaar incasseren.

Paydrivers

De rest van de kosten moeten ze dekken door middel van sponsoring en eventueel ‘paydrivers’, coureurs die miljoenen meebrengen om zich te verzekeren van een stoeltje. Denk aan de mannen die in 2015 voor Sauber gaan racen: Marcus Ericsson en Felipe Nasr, naar verluidt samen goed voor een inbreng van zo’n 30 à 40 miljoen.

Lotus, Force India en Sauber waarschuwen dat de Formule 1 na de achterhoede (Marussia en Caterham) nu ook het middenveld dreigt te verliezen. De drie zijn vooral geschrokken van een clausule in de contracten waarin staat dat grote teams een derde auto moeten leveren als andere teams omvallen. Het is weliswaar bedoeld als noodoplossing om het startveld op peil te houden, maar de kleine teams zien het anders. Ze vrezen kind van de rekening te worden.

De opties: een ‘klantenauto’ kopen bij bijvoorbeeld Ferrari of Mercedes of helemaal stoppen met de sport. Ze willen dit weekend in Abu Dhabi spijkers met koppen slaan om te voorkomen dat ze hun zelfstandigheid verliezen, tweederangs teams worden of ten onder gaan.

nos.nl

Share article

Latest articles