In de Formule 1 wordt de komende weken alleen nog gestreden om de kruimels. De hoofdprijs is al vergeven: Lewis Hamilton prolongeerde in Mexico zijn wereldtitel. De resterende twee grand prixs in Brazilië en Abu Dhabi doen er amper toe. Wat staat er nog op het spel?
Mercedes: vijf wereldtitels op rij?
Mercedes was jarenlang onverslaanbaar, maar had dit seizoen aanvankelijk het nakijken. Ferrari kwam het best uit de startblokken, maar de renstal van Lewis Hamilton en Valtteri Bottas toonde veerkracht en sloeg in de tweede seizoenshelft terug. Mercedes leidt het kampioenschap voor constructeurs, met 55 punten voorsprong. Normaal gesproken grijpt het team in Brazilië de titel.
Waar Hamilton na een topseizoen op zijn lauweren kan rusten, aast teamgenoot Bottas op eerherstel. De nummer vier in de WK-stand moet Max Verstappen achter zich zien te houden, maar boekte nog geen enkele zege in 2018. Het is meer dan een smetje op Bottas’ seizoen. Veel insiders vinden het onbegrijpelijk dat Mercedes het contract met de Fin heeft verlengd.
Ferrari: weer niet
De blijdschap bij Mercedes is het verdriet van Ferrari. Het team stond er tot de zomerstop florissant voor. Beide wereldtitels (coureur en constructeur) lagen voor het grijpen, maar dat kantelde door een reeks fouten en blunders.
Het steigerende paard hielp Mercedes zo weer in het zadel. Dat veteraan Kimi Räikkönen voor het eerst in vijf (!) jaar weer een GP-zege boekte is leuk voor de statistieken, maar de essentie luidt: Ferrari wordt weer tweede en Sebastian Vettel was weer niet goed genoeg.
Ferrari greep in 2008 voor het laatst de constructeurstitel. De renstal die Formule 1 ademt, snakt naar meer. 2019 dan maar?
Complottheorieën
Nou, voorlopig zijn er vooral geruchten over een grote schoonmaak bij de leiding van de ‘Scuderia’. “Allemaal complottheorieën, verzonnen door mensen die anti-Ferrari zijn”, moppert teambaas Maurizio Arrivabene. Een ding lijkt zeker: als hij zijn team in 2019 niet aan de praat krijgt, mag hij terug naar zijn oude werkgever Philip Morris.
Red Bull Racing: klaar voor de nieuwe vlam
De herinnering is vervaagd, maar Red Bull Racing beloofde begin dit jaar de sprong naar de top. De RB14 van Max Verstappen en Daniel Ricciardo werd onder de noemer “Appetite for Disruption” gepresenteerd.
De uitdager zou de gevestigde orde wel even opschudden. Mercedes en Ferrari waren doelwit, maar het lukte niet. Red Bull was opnieuw best of the rest: te groot voor het servet; te klein voor het tafellaken.
Verstappen en Ricciardo wonnen samen vier races, maar waren te vaak veroordeeld tot de derde startrij. De zondebok: motorleverancier Renault. De klaagzang: te weinig vermogen en onbetrouwbaar. Volgend seizoen ‘switcht’ Red Bull naar Honda-motoren. Op papier wordt alles dan beter, maar het team is goed in het scheppen van te hoge verwachtingen. ‘Eerst zien, dan geloven’ dus.
2018 werd vooral het jaar van de laatste stuiptrekkingen in het verstandshuwelijk tussen Red Bull en Renault. Heel opvallend: Renault werd bijna niet meer genoemd. Teambaas Christian Horner sprak over ‘de partner’ en Max Verstappen noemde zijn motor badinerend ‘het product’.
Het gemopper over dat ‘product’ kwam vooral van Verstappen, terwijl juist Ricciardo de ene uitvalbeurt na de andere scoorde. Dat is minder vreemd dan het lijkt: de Australiër vertrekt naar het Renault-fabrieksteam en hangt daarom niet de vuile was buiten.
Verstappen daarentegen doet niets om zijn ergernis te verbloemen. Zelfs na de dominante zege in Mexico weigerde hij Renault credits te geven.
Klagen
De Fransen reageren subtiel, maar getergd in een persbericht over de Braziliaanse GP: “In Sao Paulo wonen 20 miljoen mensen. Dat komt overeen met het aantal keren dat Max Verstappen dit jaar over iets heeft geklaagd.” Het stoort Renault mateloos dat Verstappen tegenslagen voortdurend aan de motor wijdt en bij zeges alleen zijn team complimenteert.
De 21-jarige Nederlander heeft dit jaar weinig meer te winnen. Verstappen is alleen geïnteresseerd in racezeges en wereldtitels. Dat hij nog derde kan worden in het WK interesseert hem niet. “Dat doet me niks. Over vijftien jaar weet niemand meer wie er derde is geworden.”
Pechvogel
Teamgenoot Ricciardo is na een ongekende pechreeks zeker van de zesde plek in het WK. Max Verstappen kan hij niet meer passeren. Een derde GP-zege om het seizoen te redden lijkt onrealistisch, zeker nu hij in Brazilië ook nog een gridstraf incasseert.
“Voor mij hoeft het niet meer. Deze auto is vervloekt. Zet opvolger Gasly er maar in”, verzuchtte Ricciardo na de uitvalbeurt in Mexico. Uiteraard benadrukte hij vervolgens dat dat niet serieus bedoeld was, maar hij oogt ‘down’.
En de rest? Kruimels en dollars
Mercedes, Ferrari en Red Bull domineren het F1-prijzencircus. De rest kan het tempo niet volgen. Hoe de F1-leiding ook zijn best doet het ‘bloedstollende gevecht in de middenmoot’ te benadrukken, het grote publiek raakt niet opgewonden van de duels tussen McLaren en Haas.
Voor de zeven achterhoedeteams ligt dat anders. In het kampioenschap voor constructeurs draait het om (prijzen)geld. Een positie winnen of verliezen kost miljoenen, maar voor de coureurs is er weinig aan. Het beste voorbeeld: Nico Hülkenberg, de Duitser die een abonnement heeft op de zevende startplek. “Het is net of ik in een andere divisie rij. Ik hoop dat het volgend seizoen spannender wordt, maar heb er een hard hoofd in.”
Bron: NOS.nl