Als Ajax het uitduel met Benfica tot een goed einde brengt en zich plaatst voor de achtste finales van de Champions League dan beleeft Klaas-Jan Huntelaar woensdag een heerlijk déjà vu.
De 35-jarige spits was er namelijk ook bij toen zijn club dertien jaar geleden voor het laatst na de winterstop op het hoogste podium mocht acteren.
Huntelaar was op 22 februari 2006 nog maar net Ajacied, met een mooie voetbalreis langs Real Madrid , AC Milan en Schalke 04 en veel doelpunten voor Oranje in het verschiet. Hij opende de score tegen Internazionale en Mauro Rosales tekende zelfs voor 2-0 in de ArenA. ,,Maar het werd 2-2 en in Milaan verloren we met 1-0″, weet hij nog. ,,Inter was ook beter dan beide uitslagen doen vermoeden.”
Huntelaar schat het huidige Ajax sterker in dan de ploeg van destijds met basisspelers als Olaf Lindenbergh, Marcus Rosenberg en Nourdin Boukhari, ,,Maar dat wil niet zeggen dat wij de achtste finales nu wel even halen. Het zegt genoeg dat het al dertien jaar niet is gelukt.”
Huntelaar vertolkte met zes competitietreffers en vier doelpunten in de voorronden van de Champions League een hoofdrol in de geslaagde competitiestart van Ajax. Toch moest hij wijken voor een weer fitte Kasper Dolberg. ,,Dat zag ik wel aankomen, dat was geen verrassing”, stelt hij.
De ervaren spits moet zich nu tevreden stellen met invalbeurten. ,,Tegen Willem II kwam hij zaterdag in het veld op het moment dat veel van zijn ploeggenoten al met het hoofd bij Benfica waren. ,,Dat is best frustrerend”, beaamt hij. ,,Want ik wil me dan laten zien. Wij moeten veel langer energie in onze duels stoppen. Ook voor het doelsaldo en onze fans.”
Telesport