Dat Luka Modric ondanks zijn leeftijd het voetballen nog niet verleerd is, bewijst hij wekelijks bij AC Milan. Trainer Massimiliano Allegri geniet van de intelligentie van Modric, die ook tegen Napoli een hoop vuile meters maakte. Adrien Rabiot weet niet hoe de Kroaat dat op zijn veertigste nog volhoudt.
Verdedigen, aanvallen, niets is Luka Modric te gek. De routinier verruilde Real Madrid afgelopen zomer voor I Rossoneri en imponeert op het middenveld. AC Milan kende een zware wedstrijd tegen regerend kampioen Napoli, maar ondanks een rode kaart van Pervis Estupiñán hielden de Milanezen hun voorsprong intact (2-1). Daar had Modric een aanzienlijke rol in, lichtte Allegri na afloop toe voor de camera van DAZN. ‘Door hem voor de verdediging te plaatsen voegt hij niet alleen extra kwaliteit toe, maar ook intelligentie in het dichtlopen van de passlijnen. Hij wint de bal vaker terug uit intercepties dan duels, daarin is hij extreem waardevol.’
Ook Rabiot is onder de indruk van zijn collega op het middenveld, zo vertelde hij aan DAZN. ‘Hij houdt van voetbal en heeft het naar zijn zin op het veld. Het is makkelijk om naast Luka te spelen, omdat hij het tempo goed kan bepalen. Ik snap echter niet hoe hij op veertigjarige leeftijd nog negentig minuten lang zo kan rennen.’
Voor zowel Rabiot als Allegri wacht aankomend weekend een bijzonder weerzien met Juventus. Rabiot stond van 2019 tot 2024 onder contract in Turijn en keerde afgelopen zomer terug naar Italië na een avontuur bij Olympique Marseille. ‘Ik heb vijf jaar bij Juventus gespeeld, dus zal het erg emotioneel voor me zijn. Maar nu ben ik speler van AC Milan en hoop ik dat wij winnen.’
Allegri kent een nog langer verleden bij de Oude Dame. Tussen 2014 en 2024 stond hij – verspreid over twee periodes – onder contract bij Juventus, met uitzondering van seizoen 2019/20 en 2020/21. ‘Het voelt een beetje vreemd, aangezien ik bij beide teams voor de groep heb gestaan. Eerst bij Milan, toen bij Juve en nu weer terug bij Milan. Het is hoe dan ook een fantastische wedstrijd’, reageerde Allegri.
Bron: Voetbal InternationalÂ