EINDHOVEN – Na Malik Tillman heeft PSV ook Sergiño Dest definitief over weten te nemen. De linksback werd vorig seizoen gehuurd van FC Barcelona.
Nu neemt PSV hem definitief over van de Catalanen ondanks de zware knieblessure die heeft opgelopen, waardoor hij een groot deel van het komende seizoen niet in actie kan komen. Dest heeft zaterdagmiddag zijn handtekening gezet onder een vierjarig contract.
Afgelopen seizoen kwam Dest in 37 officiële wedstrijden in actie voor PSV, waarin hij twee doelpunten maakte en zeven assists gaf.
Knieblessure
De 33-voudig international van de Verenigde Staten liep in april van dit jaar een zware knieblessure op. Sergiño is aan het revalideren en zal de komende maanden nog niet aanhaken bij de groepstraining. Directeur Voetbalzaken Earnest Stewart noemt het dan ook een unieke situatie. Het is uitzonderlijk dat een club miljoenen uittrekt voor een geblesseerde speler. „We hebben het er intern goed over gehad, maar Sergiño heeft ons afgelopen seizoen dusdanig overtuigd dat we de kans om hem definitief over te nemen absoluut niet wilden laten liggen. Hij heeft zoveel kwaliteiten. De nieuwe situatie verandert dat niet.”
Belangrijk zijn en titels pakken
Dest is blij met zijn contract bij PSV. „Om te beginnen gelooft PSV in mij en word ik hier enorm gewaardeerd. Ik heb de club leren kennen als ontzettend warm, zoals ik dat nog nooit ergens heb meegemaakt. Dat zijn belangrijke aspecten voor iemand in mijn situatie en geeft me vertrouwen dat ik hier goed kan revalideren. Als het eenmaal zo ver is, is het erg fijn dat het spel dat we hier spelen bij me past. Ik kijk er enorm naar uit om weer minuten te maken, belangrijk te zijn en titels te pakken.”
Stewart is heel blij dat Dest nu definitief PSV’er is. „Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in de 25e landstitel. Toen hij vorig jaar overkwam wist ik dat we een heel goede speler in huis haalden. Dat heeft hij meerdere keren bewezen op het hoogste niveau. Zijn komst is een erg goed begin van de transferzomer.”
Hoofdfoto: © ANP/HH
Bron: Telesport/Jeroen Kapteijns
