Waarom spelers van Barça mislukken in de Arena

Ajacieden die bij FC Barcelona schitterden, ze zijn er genoeg. Van Cruijff en Neeskens tot de gebroeders De Boer en Kluivert. Maar andersom? Ajax nam gisteren afscheid van Bojan Krkic, wederom een ex-speler van FC Barcelona die de verwachtingen in Amsterdam niet kon waarmaken. Hoe komt dat toch? ‘De verwachtingen, de cultuur, de taal, alles is anders.’

Roger García Junyent. Als Henk ten Cate die naam hoort, krijgt hij weer overal vlekken. Eén goal heeft ‘zijn’ Ajax nog nodig voor de landstitel. Op de laatste speeldag van het seizoen 2006-’07 krijgen de Amsterdammers in de slotfase tegen Willem II nog een vrije trap wanneer doelman Peter Zois een terugspeelbal opraapt. Ineens staat Roger achter de bal. De Spanjaard faalt, Ajax blijft op 0-2 steken, PSV wordt kampioen. ‘Ik heb nooit begrepen waarom juist Roger die vrije trap moest nemen. Die nam ze nooit’, treurde Ten Cate, de trainer destijds.

De Spanjaard mag zich troosten met de gedachte dat de meeste ex-spelers van de Catalaanse topclub bij Ajax geen onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Gabri hield het nog het langst uit, van 2006 tot 2010.

Desillusie
Van Bojan Krkic werd gisteren afscheid genomen. Het ooit zo bewierookte talent kwam op huurbasis naar Amsterdam om zijn loopbaan uit het slop te halen. Het werd een desillusie. Zo blijkt de weg van Ajax naar Barcelona succesvoller dan andersom. Bij de Spaanse club gloriëren lukt Ajacieden wel, maar de omgekeerde route blijkt er één met grote obstakels. Een verklaring is lastig. Martin van Geel: ‘Ik denk dat het allemaal afzonderlijke gevallen zijn.’

‘Met het paspoort heeft het niets te maken’, vindt Leo Beenhakker. ‘Sommige voetballers doen het in hetzelfde land wel goed bij de ene club en niet bij de andere. Daar kun je dan van alles bij bedenken. Het systeem, de warmte van een club, de veiligheid, het is een ongrijpbaar iets. Spanjaarden in Nederland zouden moeten passen, want de voetbalfilosofie wijkt niet heel veel af van de onze. En Spaanse voetballers zouden overal moeten kunnen voetballen.’

Koud
‘Ze kampen met hoge verwachtingen’, zegt Richard Witschge, die beide clubs diende. ‘Ze zijn gewend om met de beste spelers te voetballen. Van hen wordt verwacht dat ze erbovenuit steken.’

De verandering van leefomgeving kan ook een oorzaak zijn, denkt Witschge. ‘Veel is anders hier, zelfs de tijden waarop wordt gevoetbald. Ik kan me niet herinneren dat we in Spanje veel ‘s middags speelden. Je hebt een kouder klimaat, waardoor de spieren misschien anders reageren. Het late eten dat zij gewend zijn. De voeding misschien. De taal die ze niet machtig zijn, waardoor de communicatie stroever loopt.’

ad.nl

Share article

Latest articles