Het maandag door de wielerunie gepubliceerde document (PDF) telt 38 pagina’s met de nieuwe richtlijnen die de veiligheid in het peloton moeten verhogen. Er staat onder meer in dat bestuurders volledig uitgerust achter het stuur dienen plaats te nemen en onderweg geen mobiele telefoon mogen gebruiken.
Andere nieuwe regels schrijven voor dat de ploegleiders in de laatste vijf kilometer de teamradio niet meer mogen gebruiken, dat er voorin de auto geen televisieschermen mogen zijn, dat de bestuurder een alcoholpromillage van 0 procent dient te hebben, dat motoren niet langer gasten meer mogen vervoeren en dat er nog maar maximaal vijf motoren in koers zullen zijn die de marshallfuncties uitvoeren.
Straffen bij een overtreding variëren van een boete van 200 Zwitserse frank (185 euro) tot een jaar schorsing. De nieuwe richtlijnen vormen een aanvulling op eerdere regelwijzigingen die vorig jaar werden doorgevoerd.
De discussie over de veiligheid van de renners werd de afgelopen jaren steeds heviger, mede door de dood van de Belg Antoine Demoitié. Hij overleed in maart 2016 toen hij na een valpartij werd overreden door een motor in Gent-Wevelgem.
De Belg Stig Broeckx lag vorig jaar enkele weken in coma nadat hij ten val kwam in een afdaling tijdens de Ronde van België door toedoen van een motor. De Nederlander Johnny Hoogerland vloog in 2011 het prikkeldraad in toen een volgauto een deel van de kopgroep raakte.
UCI-voorzitter Brian Cookson heeft goede hoop dat zulke ongelukken niet meer zullen voorkomen. “Deze richtlijnen zijn een belangrijke stap voorwaarts om de veiligheid van de renners te verhogen”, aldus Cookson. “We doen een oproep aan het verantwoordelijkheidsgevoel van de auto- en motorbestuurders. Voor de UCI is de veiligheid van de renners een zeer belangrijk onderwerp.”
Iwan Spekenbrink, voorzitter van de belangenorganisatie voor wielrenners AIGCP en teammanager van Team Sunweb is ook positief over de nieuwe regels.
“Dit is een makkelijk bereikbaar document dat zowel voor ervaren als minder ervaren bestuurders handig is, aldus Spekenbrink. “Dit initiatief wordt enorm gewaardeerd als onderdeel van het groeiend professionalisme in onze sport de afgelopen tien jaar.”