Als een mijnwerker, het gezicht zwart van de modder, zo kwam Lars Boom vandaag over de streep in de door hem gewonnen vijfde etappe van de Tour de France. Het zijn de omstandigheden waarvan hij houdt en na de rit reageerde hij dan ook euforisch. ‘Het is sowieso een droom, om een Touretappe te winnen. Maar zeker in dit weer en op de kasseien bij het Bos van Wallers is het heel bijzonder. Een droom, ja’, vertelde Boom.
De Brabander van Belkin won de ‘mini-versie’ van Parijs-Roubaix, de gevreesde kasseienrit naar Arenberg, onder loodzware omstandigheden.
‘Het is fantastisch. We gingen de rit in om te winnen: Sep Vanmarcke en ik. Het was zwaar en op een gegeven moment vielen ze bij bosjes, in elke bocht. Toen zeiden Sep en ik tegen elkaar: ‘Misschien moeten we een keer doortrekken’, en dat deden we. Helaas reed hij toen lek.’
Negen jaar na Weening
Boom ging door en kwam voorop te zitten met de Astana-renners Jakob Fuglsang en Vincenzo Nibali, die ook de gele trui droeg. ‘Ik moet ze gewoon op die laatste kasseistrook lossen’, zei Boom. ‘Ik wist dat ik de sterkste was, maar ik wilde gewoon zeker zijn en alleen aankomen.’
De Belkin-renner loste zijn metgezelen en reed solo over de streep, precies negen jaar nadat Pieter Weening de laatste Nederlandse ritwinst in de Tour boekte. Hij versloeg op 9 juli 2005 de Duitser Klöden nipt in een sprint. Boom: ‘Negen jaar later, dat is echt heel speciaal. Ik heb er eigenlijk geen woorden voor om hier te winnen.’
Benauwd
Boom kreeg het nog even benauwd in de slotfase. ‘Ik hoorde door mijn oortje dat ik maar 6 seconden had. Ik had ook verwacht dat mannen als Cancellara en Sagan nog wel zouden komen. Maar in de laatste bocht was ik zeker. Dan komt alles langs: tranen, kippenvel.’
De omstandigheden waren ook zeker in zijn voordeel, erkende de Brabander. ‘Ik droom al jaren van een natte Parijs-Roubaix, ook gezien mijn achtergrond als veldrijder. Het is superbijzonder dat het nu lukt. Dit is echt mega.’
ad.nl