Na de afstraffing tegen Spanje, heeft bondscoach Andries Jonker er alles aan gedaan om de Oranjevrouwen optimaal voor te bereiden op de allerlaatste kans om de Olympische Spelen te bereiken. Woensdagavond trappen de Oranjevrouwen af in Heerenveen, de stad waar het voor meerdere internationals begon. De profcarrière van onder anderen Vivianne Miedema, Lieke Martens en Sherida Spitse begon in Friesland.
Maar om dat ticket voor de Spelen in Parijs veilig te stellen, moeten ze wel eerst langs Duitsland. En zo makkelijk zal dat niet gaan. Waar Spanje jeu brengt, zal Duitsland vooral stugheid in de strijd gooien. ESPN zet drie redenen voor je op een rijtje waarom Duitsland de taaiste tegenstander van het vrouwenvoetbal is.
1) Revanchegevoelens
Duitsland kende een slecht WK. Het topland van weleer overleefde de groepsfase niet, voor het eerst in de geschiedenis van het vrouwenelftal. Marokko en Colombia gingen ten koste van Duitsland naar het WK. Kort daarna meldde toenmalig bondscoach Martina Voss-Tecklenburg zich ziek. In plaats van het WK te analyseren en na te bespreken met de ploeg, gaf de trainer openbare lezingen. In november vorig jaar ontsloeg de Duitse voetbalbond Voss-Tecklenburg.
Kort stond assistent-trainer Britta Carlson aan het roer. De eerste wedstrijd onder Carlson ging verloren tegen Denemarken, van laagvlieger IJsland werd gewonnen. Daarna werd er een Duitse legende tijdelijk aangesteld. Horst Hrubesch moest de boel gaan repareren. Het is niet de eerste keer dat hij het elftal coacht als interim-trainer, in 2018 volgde Voss-Tecklenburg hem op.
Hrubesch draait al een tijdje mee. Hij maakte in de halve finales van het WK van 1982 de winnende penalty voor West-Duitsland tegen Frankrijk.
Oranje-bondscoach Andries Jonker zou twee jaar later jeugdtrainer worden bij amateurclub JOS Amsterdam. Zes jaar later was ‘Het Kopmonster’ trainer van VfL Wolfsburg, iets dat Jonker hem bijna dertig jaar later nadeed. In 2016 stond de ervaren rot op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Met de mannen van Duitsland O23 verloor hij de finale van de jonge Brazilianen Neymar, Marquinhos en Gabriel Jesus.
Nu, weer zo’n acht jaar later, krijgt Hrubesch op 72-jarige leeftijd nogmaals de kans op olympisch goud. Dit keer met de vrouwen. Al moet de voormalig spits dan nog wel één horde over: de Oranjevrouwen van Andries Jonker. Voor Hrubesch staat er nog meer op het spel dan een tweede kans op olympisch goud. Als het niet lukt om het Duitse elftal naar de Spelen te krijgen, stapt hij namelijk op. Dat vertelde hij een week geleden aan Forbes.
2) Duitsland is wakker geschud
Duitsland kende dus een slecht WK en wisselde meermaals van trainer. Ook tegen Frankrijk begon Duitsland slecht aan de wedstrijd. Doelpuntenmaker Giulia Gwinn beschreef de eerste helft na afloop als “Angsthasen-Fussbal”. In de rust voerde Hrubesch drie wissels door en gooide bovendien het systeem om. De Duitsers startten in een 4-4-2 systeem, maar speelden verder in een 4-2-3-1 systeem. Zo kwam Duitsland halverwege de tweede helft toch nog terug in de wedstrijd, maar het slotoffensief kwam te laat.
Bij onze oosterburen wordt er gevreesd voor de ploeg van Jonker. Zo waarschuwde Marina Hegering haar ploeg voor Lineth Beerensteyn, vertelde ze aan Bild. De oud-aanvaller van Bayern München werd door de centrale verdediger beschreven als “ongelooflijk snel”. Ook spreekt ze vol lof over het Nederlandse middenveld.
In Duitsland is het plan duidelijk: “Het 100 procent laten zien, op dit moment is 90 procent niet genoeg”, aldus Hrubesch tegenover het Duitse Kicker.
3) Duits voetbal is überfysiek
En laat dat nou precies zijn waar Duitsland goed in is. Duitsland is fysiek en mentaal sterker dan Nederland, denkt 97-voudig international Claudia van den Heiligenberg. Ze speelde vier seizoenen in Duitsland, waar ze erachter kwam hoe hard het Duitse voetbal is.
“De eerste maanden heb ik het heel zwaar gehad. Elke millimeter in mijn lichaam deed pijn in de voorbereiding. Elke ochtend als ik opstond, vroeg ik me af hoe ik die dag ging doorkomen”, vertelt Van den Heiligenberg nu.
De Duitse mentaliteit was flink wennen voor haar. “Ik heb daar pas echt geleerd dat het gewoon moet gebeuren, ongeacht hoe je je voelt. In Nederland werd me vaak gevraagd hoe ik me voelde, in Duitsland is dat gewoon minder”, zegt ze. “In de voorbereiding is het niet rustig opbouwen. Bij oefenwedstrijden speel je één helft, de andere helft loop je 45 minuten lang op de atletiekbaan. Dan kreeg je een hartslagmeter mee en dan moest je op een bepaalde hartslag blijven lopen. Bij Jena moest je na een training van twee uur nog zo snel mogelijk vijf kilometer rennen.”
Die keiharde discipline zit in elke Duitse voetballer, weet Van den Heiligenberg. “Toen ik bij Ajax speelde, wist je bij sommige ploegen gewoon dat je ging winnen. Dat had je in de Duitse competitie gewoon niet. De tackles zijn harder. Iedereen is loopsterk en fysiek, dus ook de topploegen hebben moeite met elke tegenstander. Je weet gewoon dat dat lastige wedstrijden worden.”
Duitsland wordt hoe dan ook een taaie tegenstander woensdagavond. Want juist wanneer de drukke speelkalender een veelvoorkomend thema is bij de Oranjevrouwen, staat zo’n fysiek duel op de planning. “Ik vind het wel zorgwekkend dat zelfs Van de Donk aangeeft vermoeid te zijn”, zegt Van den Heiligenberg. “Nederland moet het woensdag van het voetballende hebben, niet van de duels”, concludeert Van den Heiligenberg.