Een onervaren trainer is bij Barça bijna cupgarantie

2006, 2009, 2011. Drie finales, drie keer won FC Barcelona de Champions League. In 2006 werd Arsenal verslagen, in 2009 Manchester United en in 2011 datzelfde United nog een keer. Het is het resultaat van een gok die Barcelona nu al een paar keer heeft durven nemen: het aanstellen van een onervaren coach. Luis Enrique kan vanavond in de voetsporen treden van Frank Rijkaard en Pep Guardiola.

Twaalf jaar geleden zorgde het grote FC Barcelona voor opschudding in de voetbalwereld. De onervaren Frank Rijkaard werd benoemd tot hoofdtrainer van de Catalaanse club. Natuurlijk had hij het Nederlands elftal naar de halve finales geloodst op het EK van 2000, maar een jaar later stond hij aan het roer bij Sparta dat onder zijn hoede voor het eerst in de clubgeschiedenis degradeerde. Niet echt een goed cv om bij een topclub als Barcelona aan de slag te gaan, zou je denken.

Het succes van Rijkaard

Toch pakte de keuze van Barcelona, op voorspraak van Johan Cruijff, niet verkeerd uit. Het eerste seizoen (2003/2004) begon moeizaam, maar uiteindelijk zagen Rijkaard en zijn assistent-trainer Henk ten Cate hun elftal toch als tweede eindigen in de Spaanse competitie. Het seizoen daarop werd Barça, voor het eerst sinds 1999, weer eens kampioen van Spanje en in 2006 deed het dat nog eens dunnetjes over.

Maar Rijkaard werd natuurlijk een held in Barcelona door de club eindelijk weer eens de Champions League te bezorgen. Het eerste grote succes sinds 1992, toen dankzij een vrije trap van Ronald Koeman de Europa Cup 1 werd gewonnen. Arsenal werd met 2-1 verslagen in die finale, met Mark van Bommel en Giovanni van Bronckhorst in de basis en doelpunten van Samuel Eto’o en Juliano Belletti.

Na dat seizoen ging het bergafwaarts en in 2008 nam Barcelona afscheid van Rijkaard.

Het succes van Guardiola

Barcelona koos er daarna opnieuw voor om een onervaren trainer voor de groep te zetten, al was de keuze nu wel iets minder gewaagd: Pep Guardiola, kind van de club, werd de nieuwe coach. Als hoofdtrainer had hij nog minder ervaring dan Rijkaard, een jaartje Barcelona B.

Maar ook in het geval van Guardiola werd al heel snel duidelijk dat het een juiste keuze was om hem aan te stellen. Hij loodste Barça naar de treble: de landstitel, de beker en de Champions League. In de finale tegen Manchester United was Eto’o, net als drie jaar eerder, trefzeker en kopte Lionel Messi de 2-0 langs doelman Edwin van der Sar.

Het jaar daarop werd de prijzenkast iets minder gevuld, maar werden de Catalanen wel opnieuw landskampioen. Dat was ook in 2011 het geval, maar Guardiola maakte zich helemaal onsterfelijk door nog een keer de Champions League naar Catalonië te brengen.

Weer moest Manchester United eraan geloven en weer was Messi trefzeker. Samen met Pedro en David Villa bepaalde hij de eindstand op 3-1. Guardiola bleef nog een seizoen, maar vertrok daarna wegens oververmoeidheid. Hij ging er een jaartje tussenuit.

Het succes van Luis Enrique

Guardiola werd opgevolgd door zijn assistent Tito Vilanova, maar hij kon door een ernstige ziekte niet langer dan één seizoen aanblijven. Vervolgens kwam Gerardo Martino, die na een teleurstellend seizoen alweer kon vertrekken.

Daarna maakte Barcelona opnieuw de keuze om een redelijk onervaren trainer voor de groep te zetten: Luis Enrique. De Spanjaard was drie jaar trainer bij het B-elftal van Barcelona en zat daarna een jaar op de bank bij AS Roma en Celta de Vigo waar hij beide keren een teleurstellend seizoen beleefde.

Ook zijn start bij Barcelona was niet vlekkeloos, maar na de nederlaag tegen Real Sociedad in januari van dit jaar begon het te lopen onder zijn leiding. Barcelona werd kampioen, pakte de beker en vanavond kan Enrique in de voetsporen treden van Rijkaard en Guardiola door ook de Champions League te winnen.

Bron: nos.nl

Share article

Latest articles