“Het Nederlandse schaatssucces op de Olympische Winterspelen is voor ons natuurlijk prachtig, maar internationaal is het dramatisch”, zegt schaatshistoricus Marnix Koolhaas. Hij voorspelt dat de oranje podia, zoals we die de afgelopen dagen hebben gezien, de sport alleen maar minder populair zullen maken in de rest van de wereld.
De Noorse schaatsers hebben zich afgemeld voor de 10 kilometer van dinsdag, omdat ze denken dat ze geen kans maken op een medaille. Niet onbegrijpelijk, vindt Koolhaas. “Andere landen hebben geen schijn van kans en zullen steeds harder roepen dat die 10 kilometer maar afgeschaft moet worden.”
Behalve de Noorse schaatsers loopt ook de Noorse televisiekijker steeds minder warm voor de schaatssport, terwijl de sport juist in Noorwegen altijd goed bekeken werd. “Alleen in Nederland wordt het nog rechtstreeks uitgezonden, alleen in Nederland zitten de ijshallen nog vol. Maar we zijn de enige”, constateert de historicus.
Grens
Toeschouwers of niet, de Nederlandse schaatsers laten zich niet van de wijs brengen. “Als we zes medailles halen zijn we niet goed bezig; halen we er dertig dan is het weer niet goed voor de sport. Waar ligt dan de grens? Moeten we dan maar medailles inleveren?”, zegt sprinter Michel Mulder, die goud haalde op de 500 meter en zilver op de 1000.
“We zijn gewoon heel goed in vorm en daar moeten we trots op zijn. Ze moeten in het buitenland maar harder gaan trainen.”
Ook collega Margot Boer denkt niet dat het Nederlandse succes een negatieve invloed heeft. “Het hele afgelopen seizoen was het podium heel divers. Nu met de Spelen pieken wij heel goed. De rest heeft het niet voor elkaar en dat is niet ons probleem.”
Spanning
Toch zal er iets moeten veranderen, zegt analist Koolhaas. “Het schaatsen moet spectaculairder worden. Waarom worden er op de korte afstanden geen halve finales en finales verreden? Dan krijg je de sterkste rijders in de finale om goud en zilver tegen elkaar. Dat wil iedereen zien en dat is razendspannend.”
Veranderingen komen niet alleen de spanning ten goede, ook is er volgens Koolhaas een financiële noodzaak. “In de moderne sport komt het geld binnen op basis van het aantal toeschouwers en het aantal tv-kijkers. Binnen de internationale schaatsbond levert het kunstrijden al jaren het meeste op. Als dat geld niet meer binnen zou komen, is het heel snel afgelopen. Het hardrijden moet dus zelf weer geld genereren en dus spectaculairder worden.”
Bron: NOS.nl