De verwachtingen waren torenhoog aan de start van dit seizoen. Na drie tegenvallende seizoenen moest alles nu goed gaan komen op Old Trafford. De komst van José Mourinho, Paul Pogba en Zlatan Ibrahimovic leek een garantie voor succes. Dat valt tot nu toe enorm tegen. Waar ligt dat aan en hoe groot is het geduld bij de fans?
De ploegen van Manchester United zijn traditioneel ‘slow starters’. Ook in het tijdperk onder Sir Alex Ferguson was dat vaak het geval. Veel punten morsen in de eerste maanden van het seizoen, maar na de drukke kerstperiode vaak niet meer te verslaan. Dat resulteerde in de 21 seizoenen onder Ferguson in de Premier League in 13 kampioenschappen, vijf tweede plekken en drie derde plekken. Nooit zakten zijn ploegen door de ondergrens.
Na het afscheid van Ferguson viel Manchester United ver terug.
Onder zijn opvolger David Moyes eindigde United in het seizoen 2013/2014 op een zevende plek, de laagste eindklassering sinds 1989/1990. Moyes werd nog voor het einde van het seizoen aan de kant geschoven en opgevolgd door Louis van Gaal, die met Oranje fantastisch presteerde op het WK 2014. Toch kreeg ook Van Gaal United in twee jaar nooit echt aan de praat. Het winnen van de FA Cup was niet genoeg om een vierde en vijfde plaats in de Premier League te verbloemen. Niet meedoen om de titel wordt nog wel geaccepteerd, geen plaatsing voor de lucratieve Champions League is einde verhaal.
Het publiek en de pers wisten het zeker. Er was maar één man die Manchester United weer naar de top van de top van de Premier League kon brengen en mee kon laten tellen in Europa: José Mourinho. Kampioen met FC Porto (2x), Chelsea (3x), Internazionale (2x) en Real Madrid (1x). Daarnaast won de 53-jarige Portugees de Champions League met FC Porto en Internazionale. Een bewezen succestrainer, zo straalde en sprak hij ook altijd zelf uit. Meester van de mind games, motivatie en tactiek. Geen symbool voor sprankelend voetbal, maar spelers gaan wel voor hem door het vuur.
AD.nl