Ruim tien jaar na zijn sterfdag wordt het onderzoek naar de dood van de Italiaanse wielrenner Marco Pantani heropend door de openbaar aanklager. Mogelijk koos de Tourwinnaar van 1998 niet zelf voor de dood, maar werd hij vermoord. Misdaadverslaggever Peter R. de Vries houdt zijn twijfels.
Tien jaar lang geloofde de wereld dat Marco Pantani boven alles stierf aan de eenzaamheid. Het verhaal van de topsporter (na hem in 1998 won geen enkele renner de Giro d’Italia en Tour de France in hetzelfde jaar) die geen idee had hoe hij moest omgaan met het klaterende succes. Wat begon met dopinggebruik transformeerde in een drugsverslaving en eindigde met een fatale overdosis cocaïne op hotelkamer 505 van Le Rose Suite Hotel in Rimini.
Maar was de wielrenner wel alleen in de laatste uren, minuten, seconden van zijn veelbewogen bestaan? Was zijn dood wel de eigen beslissing van, weliswaar, een tot in zijn diepste vezels gedrogeerde 34-jarige man? Of was hij in het gezelschap van anderen die hem dwongen uit het leven te stappen?
Zijn moeder, Tonina, verkondigt deze theorie al jaren. Ze huurde een privédetective in om bewijs te verzamelen. Zijn bevindingen heeft ze afgegeven aan de openbaar aanklager in Rimini, die afgelopen weekeinde verklaarde het onderzoek te zullen heropenen.
Bergafwaarts
Pantani glorieerde rond de eeuwwisseling bergop, maar de laatste jaren van zijn leven ging het alleen maar bergafwaarts met Il Pirata. Zijn naam haalde zelden de uitslagenpagina’s van de Italiaanse kranten nog, de nieuwspagina’s des te vaker, na weer een schandaal, na weer een ongeluk. Er waren talloze Italiaanse sportauto’s die hij onder invloed van drugs tot schroot reed, er was in de laatste dagen en vooral nachten een prostituee in zijn leven die zich Barbara noemde maar eigenlijk Elena heette.
In die sfeer was het ook niet heel verwonderlijk dat hij op 14 februari 2004 uit het leven stapte door een overdosis coke op te snuiven. Volgens Tonina Pantani en de door haar ingehuurde privédetective werd te veel cocaïne hem weliswaar fataal, maar dwongen twee mannen in zijn kamer hem een flinke hoeveelheid van de drug – verdund met water – op te drinken. Zo zou de schijn van een zelfgekozen overdosis ontstaan. De enorme hoeveelheden cocaïne die bij de lijkschouwing in zijn lichaam werden aangetroffen, zou hij op geen enkele andere wijze kunnen hebben binnengekregen.
De toonaangevende Italiaanse sportkrant Gazzetta dello Sport pakte zaterdag groot uit met details uit het onderzoek. Naast het lichaam van Pantani stond inderdaad een halflege fles water. De inhoud is schijnbaar nooit gecontroleerd, op vingerafdrukken werd de fles niet onderzocht.
Daarnaast zou Pantani in de uren voor zijn dood twee keer de receptie van het hotel hebben gebeld omdat hij werd bedreigd, werden in zijn kamer twee ski-jacks aangetroffen terwijl hij zonder bagage had ingecheckt en was er een wond zichtbaar op zijn hoofd. Een verklaring voor die verwonding werd nooit gevonden.
Nabestaanden
Misdaadexpert Peter R. de Vries zegt dat het zeer regelmatig voorkomt dat nabestaanden van een persoon die zelfmoord pleegde, geloven dat hun geliefde werd vermoord. ‘Ik heb zelf heel vaak zulke dossiers op mijn bureau gehad. Nabestaanden vinden de gedachte dat zo iemand zelfmoord heeft gepleegd vaak nog minder goed te verdragen, minder acceptabel, dan dat er een moord heeft plaatsgevonden. Misschien omdat ze bij een zelfmoord een deel van de schuld ook bij zichzelf zoeken. Kennelijk was diegene ongelukkig. Als ik dan na onderzoek concludeerde dat het toch echt zelfmoord was, vonden de nabestaanden dat ook erg moeilijk te verteren.’
De Vries kent te weinig feiten rond de dood van Pantani om een moord direct uit te sluiten, maar zegt wel: ‘Het vereist wel heel veel professionele achtergrond en kennis om iemand te vermoorden en een zelfmoord te ensceneren. Dat is niet zo makkelijk als het op papier misschien lijkt.’
ad.nl